Kinderen hebben recht op een eigen geloof

 

Dit betekent:

Vrijheid van gedachten, geweten en godsdienst – artikel 14 uit het Kinderrechtenverdrag

Meestal leren kinderen van hun ouders en op school over geloof, godsdienst en religie. In sommige landen is er een staatsgodsdienst die voor alle inwoners van dat land verplicht is. Maar in het Kinderrechtenverdrag staat dat kinderen niet gedwongen mogen worden om een bepaald geloof te hebben, niet door hun ouders en niet door de regering. Ouders mogen kinderen wel stimuleren om een bepaald geloof te volgen. De regels van een geloof mogen alleen nooit schadelijk zijn voor kinderen.

Kinderen kunnen, als ze willen, naar de kerk of moskee gaan terwijl hun ouders niet geloven. Of kinderen kunnen besluiten om niet in een God te geloven, terwijl hun ouders dat wel doen. Ook als kinderen sommige regels van een godsdienst niet willen opvolgen, zoals communie doen, meedoen aan een vastenperiode, of een hoofddoek dragen, dan is dat hun recht.

Kinderen moeten goede informatie krijgen over de verschillende godsdiensten die er op de wereld zijn. Zodat zij zelf een keuze kunnen maken over welk geloof het beste bij hun past.

 

Handige websites

Amnesty International: Amnesty strijdt wereldwijd voor de vrijheid van gedachten, geweten en godsdienst. Amnesty geeft ook les op scholen. Op de website is veel informatie te vinden over alle kinderrechten en ook voor als je er bijvoorbeeld een werkstuk over wilt maken

Anne Frank Huis: Het joodse meisje Anne Frank werd in de Tweede Wereldoorlog vermoord om haar geloof. Ga eens naar het Anne Frank Huis om meer te leren over het leven van joden in de Tweede Wereldoorlog. Kijk op hun site voor meer informatie.